top of page

Reisverslag: Las Vegas - januari 2022

Las Vegas : Reistips – januari 2022


Laat er geen twijfel over bestaan : CES – de afkorting voor de Consumer Electronics Show – is een van de twee belangrijkste jaarlijkse evenementen in Vegas, en misschien wel een van de belangrijkste conventies ter wereld. Dat we dit mega-evenement nooit missen – of althans niet wanneer het live kan doorgaan, wat omwille van de covidmaatregelen vanzelfsprekend even niet kon – is telkens dus al lang op voorhand een uitgemaakte zaak. Dé techbeurs bij uitstek verdient natuurlijk een eigen artikel, waardoor we ons deze keer focussen op een aantal van de fantastische zaken die we tijdens deze trip naar Vegas hebben bezocht en meegemaakt. Hieronder enkel niets minder dan aanraders.





BeauSense Magazine_Reisverslag_Las Vegas 2022
.pdf
Download PDF • 15.98MB

Klik op de bovenstaande link om het hele artikel te downloaden in verrijkt pdf-formaat


Het valt niet te ontkennen dat Las Vegas leeft. Natuurlijk staan een aantal monumenten er al enkele decennia – zo werd het Flamingo op de Strip in 1945 opgericht door maffiabaas Bugsy Siegel – maar als je de stad een jaartje niet hebt bezocht, kan je er gif op nemen dat je er bij jouw terugkeer tal van nieuwe zaken, shows en attracties zult ontdekken. Een bezoek van zes dagen is dan ook helemaal niet voldoende, maar laten we het hier eens hebben over de fantastische oude en nieuwe dingen die we in januari 2022 mochten ontdekken.


Attracties


Er is natuurlijk een reden waarom Las Vegas de ‘entertainmenthoofdstad van de wereld’ genoemd wordt en die heeft zeker niet alleen te maken met de casino’s die je er in zowat elk zichzelf respecterend hotel vindt, maar ook met het enorme aantal voorstellingen, shows en attracties waaruit elke dat te kiezen is.





AREA15


Binnenpretparken kenden we al, maar het gloednieuwe AREA15 tilt moderne entertainmentcentra zoals we die tot nu toe kenden naar een ander niveau. AREA15 opende initieel pas de deuren in september 2020 en bestrijkt maar liefst 18.580 vierkante meter. Ter vergelijking: Plopsa Indoor Hasselt is 10.800 vierkante meter groot (waarvan 2.000 m2 buitenruimte).



Dat de ene AREA15 een ‘futuristisch winkelcentrum’ noemt en de andere praat over een ‘een meeslepende speeltuin, allemaal samengebracht in een grote en levendige ruimte’ of een ‘amusements- en evenementencomplex waar je helemaal wordt ondergedompeld in de sfeer’ en zelfs ‘een ervaringsgerichte bazaar in bunkerstijl’ vertelt veel over de veelzijdigheid van de ervaringen die je er kunt opdoen.


Het gebouw waarin AREA15 is ondergebracht, ziet er langs de buitenkant inderdaad wat uit als een immense bunker, maar eenmaal voorbij de security buiten en de eerste deuren door, ga je door iets wat doet denken aan de luchtsluis van een ruimteschip. Binnen blijkt alles meer te lijken op iets wat je eerder in een roman van William Gibson, in een game als Cyberpunk 2077 of in het geweldige rollenspel Shadowrun verwacht dan in eender welke militaire film. Op de begane grond vind je buiten de attracties ook enkele winkeltjes, een ijskraam (Emack & Bollos) waar je onder andere ook yoghurt en veganistische alternatieven krijgt voorgeschoteld, een ‘foodcourt’ met een Rocket Fizz en een brede selectie cocktails en biertjes (Oddwood), en een heus restaurant, The Beast by Todd English, terug, maar ook op de tweede verdieping valt er heel wat te beleven. Wij konden enkele dingetjes uitproberen…


Birdly



Op CES zagen we al dat spelen die je toelaten om in de drie dimensies te bewegen een ‘big thing’ gaan worden en Birdly is een uitstekend voorbeeld van hoe die technologie kan geïmplementeerd worden. De twee machines zien er een beetje uit als vogels – ze hebben effectief vleugels – en dat is geen toeval: bij het plaatsnemen moet je met uitgestrekte armen op jouw buik gaan liggen. Sturen doe je zowel met jouw armen als jouw handen, terwijl het zelfs mogelijk is om tussen verschillende steden en historische periodes te kiezen voor je begint. Vervolgens krijg je een VR-helm op die je helemaal onderdompelt in het leven van een… vogel.


Wij kiezen voor een nieuwe optie waarbij je niet alleen rondvliegt, maar een heuse game speelt die je doorheen allerlei energieringen voert om punten te scoren. De ervaring is overweldigend, vooral wanneer we het eerst vrij goed doen en dan beginnen te crashen tegen de enorme ravijnwanden waar we doorheen moeten manoeuvreren – een ervaring die zelfs de beste PS5-games ver achter zich laat.





Dueling Axes


Ik herinner me nog goed hoe Hans – een van mijn beste vrienden die bovendien jarenlang samen met mij vechtkunsten volgde – en ik tijdens een bezoek aan Center Parcs urenlang messen naar bomen bleven gooien om onszelf aan te leren hoe dat precies moest. Dat doe je vanuit de pols, maar tijdens onze initiatie in een van de open kooien van Dueling Axes – dat voor de rest is opgevat als een soort houten loungebar – ontdek ik al snel dat bijlgooien een volstrekt andere techniek vereist – eentje die ik maar moeilijk onder de knie weet te krijgen, want mijn assistente verpulvert mijn scores tijdens bijna alle spelletjes die we doorlopen.


Van Dueling Axes mag je exact verwachten wat de naam impliceert: je gooit (meestal om de beurt) een bijl naar een roos, waarna je het digitale scorebord bijwerkt om bij te houden wie de meeste punten aan het scoren is. Tussendoor kan je onder andere genieten van een biertje of heel degelijke cocktails, al is er wellicht – om duidelijke redenen – een alcohollimiet. Erg verslavend… en erg leuk.




Meow Wolf


We weten het allemaal : in een gemiddeld pretpark sta je soms een half uur of zelfs nog veel langer in de rij om een attractie in te duiken die maar een paar minuten duurt. Meow Wolf’s Omega Mart is echter van een heel andere aard: je kunt er gemakkelijk anderhalf uur in doorbrengen als je alles snel even doorloopt, maar als je jezelf écht wilt onderdompelen in deze unieke ervaring, mag je rekenen op een bezoek van 3 uur tot zelfs een hele dag.



Het opzet is geniaal: je komt binnen in een grote supermarkt vol producten die veelal grappige namen en commerciële slagzinnen dragen. Daarbij krijg je al meteen een kaart toegestopt waarmee je als ‘werknemer’ van Meow Wolf’s Omega Mart kunt inloggen aan de terminals die her en der in de hal geplaatst staan. Daar krijg je verschillende opdrachten, maar ook vreemde, haast cryptische, berichten in de schoot geworpen die al snel duidelijk maken dat er iets heel geheimzinnigs aan de gang is.


We willen niet te veel spoilers geven, maar laten we zeggen dat Meow Wolf véél groter is dan je aanvankelijk zou denken, dankzij een heleboel verborgen ruimtes die bol staan van aanwijzingen die je in telefoonboeken, op posters, op computers en op allerlei andere plaatsen kunt terugvinden. Zo krijg je te maken met een verdwenen meisje, een sekte en – vooral – een aanwezigheid die zeer sterk refereert naar de wereldberoemde militaire locatie waar de naam ‘AREA15’ een woordspeling van is.


Zeker weten: Meow Wolf was misschien wel de meest meeslepende ervaring die we ooit hebben gehad tijdens een reis – zeker als je bereid bent om wat extra tijd te spenderen bij het oplossen van de tientallen puzzels en de zoektocht naar de ware toedracht achter de vele verhalen die je overal in de attractie kunt terugvinden een absolute must, maar misschien niet voor wie liever rustig ergens blijft neerzitten dan rond te stappen in een wonderbaarlijke wereld die bij ons weten geen gelijke kent.





Museum Fiasco


De meest abstracte attractie binnen AREA15 is ongetwijfeld Museum Fiasco, dat een lichtinstallatie herbergt die je eerder op Nuit Blanche te Brussel of zelfs op Burning Man zou verwachten. 12 minuten lang bieden de vele lichtpillaren, die allemaal bezet zijn met ledlampen, een verbijsterende lichtshow, begeleid door elektronische muziek. Er zijn bovendien verschillende roterende spektakels en voor 1 dollar extra kan je een hele dag binnen – zeker de moeite waard, en zelfs als je uiteindelijk niet meer terugkeert omdat er zoveel te doen valt in de rest van AREA15 geen geldverkwisting.





Van Gogh immersive art exhibit

Kunstpuristen zullen het misschien godslastering vinden dat je de meesterwerken van kunstschilder Van Gogh kunt meemaken zonder dat je in de gelegenheid bent om elk canvas minutenlang te bekijken in een poging om er elk mogelijk klein detail in te ontdekken, maar wat ons betreft is de ‘Van Gogh immersive art exhibit’ een absolute triomf. Een half uur lang word je al zittend of al staand in een grote ruimte ondergedompeld in de min of meer op chronologische volgorde voorgestelde kunstwerken van de postimpressionistische Nederlandse kunstschilder, wiens werken op de muren tot leven worden gebracht.


De fantastische lichtprojecties laten de schilderijen evenwel niet altijd in de puurste vorm zien: ze worden ook tot leven gebracht. Zo zie je bepaalde elementen bewegen of overvloeien in elkaar, transformeren in andere schilderijen, enzovoort. De ervaring wordt begeleid door een meeslepende vertelstem die je langzaam maar zeker naar de krankzinnige dagen van de negentiende-eeuwse artiest voert. Een geweldige manier om ook mensen die anders nooit een museum zouden bezoeken toch betrokken te doen voelen bij het soort kunst dat een mijlpaal heeft gevormd voor onze geschiedenis.


Meer info: www.area15.com


Delirious Comedy Club

De Delirious Comedy Club bevindt zich in het Downtown Grand Hotel and Casino, wat we hierna onder het licht zullen houden, en is de enige plaats in de binnenstad waar je elke nacht een optreden kunt meepikken. De eigenaar is niemand minder dan de übersympathieke Don Barnhart, die ook al verantwoordelijk is of was voor Jokesters, House of Magic en de Dry Bar Comedy Special. Don verzorgt al sinds 1992 comedyshows voor de buitenlandse gelegerde Amerikaanse troepen en die ervaring heeft hij op magistrale wijze verwerkt in zijn comedy. Zelf is hij geregeld de hoofdattractie, maar dat betekent niet dat de andere komieken die hier het podium mogen betreden misselijk zijn: zo krijgen we ook een van Barnharts eigen comedystudenten en Jonathan Burns, de hilarische slangenmens die het panel van America’s Got Talent wist te verbazen met zijn zelfspot en opzettelijk fake goocheltrucjes, en die sindsdien al te gast was bij onder andere The Late Late Show with James Corden, Daniel Tiger’s Neighborhood, Penn & Teller Fool Us, PBS Kids, Juste pour rire, The Late Show with David Letterman, en ga zo maar even door.


Tijdens ons verblijf moet je zelf naar het barkraampje achterin stappen om iets te drinken te gaan halen omdat de covidmaatregelen een persoonlijkere bediening niet toelaten, maar dat drukt de pret in de zaal niet – en al zeker niet wanneer Barnhart zelf het voltallige publiek van zijn hand laat eten. Als je in downtown verblijft, is deze Delirious Comedy Club dan ook wat ze in het Engels een ‘no-brainer’ noemen. Hier moét je gewoon naartoe gaan.



Hotels





Downtown Grand Hotel and Casino


Hoewel heel wat van de bekendste hotels in Las Vegas zich op en rond de ‘Strip’ (de informele naam voor de Las Vegas Boulevard) bevinden, is en blijft de binnenstad een belevenis op zich. Dat de in 1905 aangelegde Fremont Street blijft evolueren, zo lang nadat ze in 1925 de eerste geplaveide straat in Vegas werd en zes jaar later de eerste verkeerslichten van de stad ontving, hoeft niet te verwonderen: ze wordt niet alleen omlijnd door iconische hotels en enorm veel filmgeschiedenis, maar ze is ook gastvrouw voor verschillende ‘wereld grootste’-records.


De Fremont Street Experience is overdekt met een koepelvormig dak dat met zijn lengte van 457 meter en breedte van 27,4 meter het grootste videoscherm én (op gezette tijden) de grootste Instagrammuur ter wereld vormt, met ‘SlotZilla’ staat er zowel de grootste gokautomaat als de drukste stedelijke zipline, The Hydrant Club heeft de grootste actieve waterkraan (4,57 meter hoog), Hennessey’s Tavern mag buigen op een 25,9 meter hoog bierglas, in The D Las Vegas vindt je het grootste Kenobord, een beetje buiten de Street Experience zelf ademt een mechanische bindsprinkhaan die 150 groter is dan het échte insect zoveel vuur uit dat er dagelijks 189 liter propaangas nodig is, en Vegas Vic is met zijn lengte van meer dan 12 meter nog steeds ’s werelds grootste mechanische neonlicht… en dan hebben we het nog niet eens gehad over het Fremont East Entertainment District, dat in 2002 werd geopend en waarvan 3 volledige blokken twee jaar daarna werden omgetoverd tot een behoorlijk veelzijdige retro kunst- en entertainmentwijk.


Het moge duidelijk zijn: wie Las Vegas bezoekt en enkel op de Strip verblijft, mist een heel andere ervaring die je enkel in het stadscentrum zelf kunt vinden en een van de beste plaatsen om te verblijven is het Downtown Grand Hotel and Casino, dat een uitstekende klantvriendelijkheid combineert met een bijzonder aantrekkelijke prijs-kwaliteitverhouding.


Het Downtown Grand bevindt zich op 3rd Street en East Ogden Avenue, op een blok afstand van de Fremont Street Experience – dat is dus zo’n 2 minuutjes stappen – en een twintigtal meter van het geroemde Mob Museum, dat we enkele jaren geleden al een bespreking gunden. Het heette vroeger Lady Luck en is nu het uithangbord van Downtown3rd, het nieuwe entertainmentdistrict van downtown Las Vegas, dat een heel stadsblok van 40.468 vierkante meter bestrijkt en ongeveer een dozijn bars en restaurants telt.

Je kunt binnenkomen langs de lobby of langs de hoek, die toegang geeft tot het smaakvolle casino, waar continu uitstekende muziek wordt gespeeld: tijdens ons verblijf hoorden we tot onze aangename verrassing enkel grunge, hardrock, classic rock en metal. Primus, Alice in Chains, Soundgarden, Rage Against the Machine, Metallica, Avenged Sevenfold en zowat elk project waar Dave Grohl ooit een hand in had knalden door de speakers, maar nooit te luid, zodat je iedereen nog probleemloos kon verstaan.


Het Downtown Grand contrasteert sterk met de grote hotels op de Strip: je hoeft niet 15 tot 45 minuten te stappen om van de ene hoek naar de andere te gaan, want tussen de lobby en het casino vind je al het hotelrestaurant, Freedom Beat, waar een erg ongedwongen sfeer hangt, de openbare toiletten en de liften bevinden zich simpelweg om de hoek, en naast de ingang is er ook nog eens de Delirious Comedy Club, de enige comedyclub in downtown waar elke nacht een show wordt opgevoerd. Ondanks het feit dat het Downtown Grand maar liefst 1.400 hotelkamers telt, voelt het veel meer aan als een boetiekhotel en terwijl heel wat andere hotels in de binnenstad hun leeftijd tonden, is het allesbehalve stoffig, met onder andere dank aan de nieuwe Gallery Tower die in 2020 opende en waar je 495 penthouses, suites en studio’s in kunt terugvinden. Helaas vinden we het ietsje te koud om te gaan genieten van het zwembad op het dak, want de Citrus Grand Pool Deck biedt niet alleen een fantastisch zicht op downtown Vegas, maar – naar verluidt – ook lekkere cocktails.


De kitsch die je op zoveel andere plaatsen in de stad vindt, ontbreekt en het interieur ziet er eerder industrieel uit – iets wat ook tot uiting komt in onze zeer ruime suite, die buiten een woonruimte ook een spartaans ingerichte hoek en een aparte, knappe slaapkamer met een erg groot bed heeft. Een minibar is er helaas niet, maar verder werkt alles naar behoren en hoewel we even aan de technische dienst moeten vragen hoe de verwarming werkt, is het ook een opluchting om te merken dat die in onze suite heel erg goed te regelen valt – iets wat in veel hotelkamers in Vegas niet het geval is. Het enige mogelijke minpuntje is dat het geluid van buiten niet echt goed gedempt wordt, maar dat vinden wij zeker niet erg, want het laat ons toe om ook vanuit onze suite nog te genieten van de vele live optredens op het nabijgelegen podium van de Freedom Street Experience, waar enkele coverbands songs van onder andere AC/DC, Metallica, Guns ’N Roses, Def Leppard en Black Sabbath aan het vertolken zijn – heerlijk en zeker niet zo luid dat je er niet door zou kunnen slapen. Overigens zijn we ook altijd wel blij als de gootsteen en de spiegel een eindje verwijderd zijn van het toilet en de douche, zoals in het Downtown Grand gebeurt. De wifi, tenslotte, is snel en laat het geen enkele keer afweten – belangrijk wanneer je onze job uitoefent.


Buiten Freedom Beat zijn er 2 restaurants die zich niet in het hotel zelf, maar wel net daarbuiten bevinden: Pizza Rock, dat we jammer genoeg wegens een gebrek aan tijd niet kunnen bezoeken, en het chiquere Triple George Grill, waarover je hieronder een aparte bespreking vindt.


Proper, geen kitsch, wat moderner zonder pretentie, een van de beste locaties in de hele stad en een geweldige prijs-kwaliteitverhouding: wij keren zeker terug naar dit Downtown Grand Las Vegas en we hopen dat jij ons daarbij zult volgen!



Restaurants


The Beast by Todd English





William Todd English – het uithangbord van het enige volwaardige restaurant in AREA15 – mag dan wel afkomstig zijn uit Boston, hij is in heel de Verenigde Staten gekend als het gezicht van de kookshow Food Trip with Todd English en was ook te zien in onder andere Cooking Under Fire en Super Chef. De man heeft ondertussen al een hoop restaurants onder zijn hoede, maar wist oorspronkelijk bekend te worden door met het oorspronkelijke Olives in het magazine Boston de prijs voor beste nieuwe restaurant in zijn sad en in Gourmet Magazine de Best Food and Top Table-prijs te winnen.


Wanneer we The Beast – het prachtige, modern vormgegeven restaurant op het gelijkvloers van AREA15 – binnenstappen, worden we meteen begroet door de industrial metal van White Zombie. Erg toepasselijk en de voorbode van een geweldig hardrock- en metalfestijn, want de menukaart weerspiegelt de songs van de muziek die op de achtergrond door de luidsprekers stroomt – geweldige klassiekers van topbands als The Scorpions, Def Leppard, Guns ‘N Roses, Metallica, Pantera, en AC/DC – erg goed.


Van de coole muziek en het strakke grijs en blauwe industriële designinterieur tot cocktails met namen als The Hydra, The Bloody Beast, The Fuzzy Unicorn en Satan’s Gift: het concept zit goed en wordt op alle niveaus doorgetrokken. Overigens is de mescal sour zeker een aanrader.

Wat eten betreft, is er met de caesarsalade een vleesloze optie, maar voor vegetariërs en veganisten – die kunnen kiezen voor de zwarte bonenburger met gepekelde uit en mangoketchup of de veganistische pizza met Beyond meat en een korst van bloemkool – is er naar Amerikaanse maatstaven niet zo gek veel keuze, al zal de gemiddelde Vlaamse dorpeling hier wel voldoende aan zijn of haar trekken komen. De nadruk ligt dan ook op vlees, wat meteen duidelijk wordt wanneer ons de immens grote BBQ Sampler wordt voorgeschoteld. Daarop lang gestoofde en heerlijk malse sneetjes rundsborst (bij ons ook wel ‘klapstuk’ en door Amerikanen ‘brisket’ genoemd), sappige ribbetjes uit St. Louis die gemakkelijk kunnen rivaliseren met het beste wat je al in een Amadeusrestaurant hebt gegeten, fantastische traag gegaarde pulled pork en ‘hot link’. Dat laatste is een worst die je vooral in het zuiden van de Verenigde Staten vindt en tot de ‘cajun’ of ‘creole’ keuken behoort. Meestal wordt er een combinatie van varkensvlees en rundsvlees gebruikt en de hot link van The Beast zal zeker ook door fans van Duitse braadworst worden geapprecieerd. Straffer, nog: de worst hoort bij de lekkerste die we al hebben gegeten, al ligt de everzwijnenworst die in The Hairy Pig te Stockholm wordt geserveerd nog ver buiten bereik.


Gezond is zo’n groot bord vlees natuurlijk helemaal niet, dus vinken we meteen een zondigdagje af… en toch is het niet het traag gegaarde runds- of varkensvlees dat de meeste indruk maakt. Dat is immers de sublieme koolsla die gelijk meedingt voor de beste van Las Vegas. Ook de aardappelsla is trouwens niet slecht en bovendien – misschien wel verrassend genoeg – heel wat minder vettig dan zijn typisch Belgische variant. De keuze van aardappelsoort mag er trouwens ook best wezen. Dat laatste komt ook goed tot uiting in de frietjes die je hier kunt krijgen, al maakt de combinatie met parmezaanse kaas meer indruk dan de gebruikte frituurtechniek zelf. Nee, je komt niet naar The Beast om af te vallen, maar wie het zichzelf toelaat om zich soms eens te laten gaan en niet wilt kiezen voor een van de minder cholesterolrijke opties, zal ongetwijfeld een goede herinnering overhouden aan zijn of haar bezoek. Een sterrenkeuken zal je hier niet aantreffen, perfect gegaard vlees wel – tenzij je van saignant houdt, natuurlijk, want daar zijn de meeste Amerikanen niet bepaald grote liefhebbers van.


‘We willen een totaalervaring brengen,’ vertelt general manager Brad Kleiss ons. ‘Het interieur is modern en we werken met een heel moderne grill, die ons ook toelaat om het vlees hier traag te garen. Onze populairste gerecht is het proefbord met daarop allerlei soorten vlees – het is een grote schotel, maar dan wel eentje die boordevol smaak zit. Het kader is hier uitzonderlijk en door onze gasten de kans te bieden om aan de toog zelf te zitten, kunnen ze zelf van dichtbij zien hoe alles wordt klaargemaakt en al eens een babbeltje slaan met de chefs.’




Buddy V’s


Wandel enkele uurtjes door de hotels op de Strip en het lijkt al snel of zowat elke chef klanten probeert aan te trekken door met zijn foto op een van de vele digitale uithangborden of affiches te prijken. Ook de Amerikaans-Italiaanse bakker Buddy Valastro Jr. maakt zich er schuldig aan, maar in tegenstelling tot heel wat van zijn collega’s, heeft hij daar alle reden toe: de man is immers de tv-ster van realityreeksen als Cake Boss, Kitchen Boss, Next Great Baker, Buddy’s Bakery Rescue, Bakery Boss en Bake You Rich, wat hem vanzelfsprekend de nodige roem heeft opgeleverd in zijn thuisland. Hoewel hij vooral bekend is voor zijn bakkunsten, is Buddy V’s, dat vlakbij de kanaaltjes die dwars door het chique The Venetian lopen ligt, een volwaardig Italiaans restaurant… waar de pasta en het brood natuurlijk zelf wordt gemaakt.


Op een boogscheut afstand van waar de gondeliers betalende hotelgasten en andere bezoekers toezingen, betreedt je vlakbij waar de Grand Canal Shoppes van The Venetian overgaan in zusterhotel Palazzo een vrij klassiek-uitziend Italiaans restaurant waar de met veelkleurige bakvormen gedecoreerde muren en aan de muur hangende keukengardes je toelachen. Enorme ramen bieden een knap uitzicht op Las Vegas Boulevard en zowel de bakstenen muren als de tafellakens refereren aan de iconische Italiaanse familierestaurants die we niet enkel in België, maar ook in Buddy V’s thuisstad New Jersey kennen.


Ons diner begint alvast goed met cava en fantastisch foccacciabrood dat wellicht volgens de specificaties van de tv-chef is gemaakt. De gerechten zijn pretentieloos, maar er wordt wel gebruik gemaakt van uitstekende ingrediënten, zoals lekkere balsamicoazijn en Italiaanse olijfolie. Dat er vooral gemikt wordt op het al eerder aangehaalde familiegevoel, wordt extra in de verf gezet door de namen die de gerechten hebben meegekregen. We kiezen voor ‘My wife’s eggplant parm’ – knapperige aubergine met tomaat, mozzarella en veel parmezaanse kaas – en Buddy’s caprese. De aubergine is lekker, maar het is wel een zwaarder gerecht dan je bij ons doorgaans zou verwachten en de kaas overheerst een klein beetje. Dat kan dan weer niet gezegd worden van de burrata in de caprese, die – zoals het hoort – lekker zacht is aan de buitenkant en mooi lopend aan de binnenkant en goed gebalanceerd wordt met aan de ranken gerijpte tomaten, tomatenkonfijt, basilicum en gegrild filonebrood (een brood van hoge gisting met een knapperige korst die raakvlakken heeft met Franse baguette).



Het gehakt in ‘Nonna’s lasagna al forno’ is ver verwijderd van wat je doorgaans in België voorgeschoteld krijgt in bolognaisesaus; het is een lekkere en uitstekend gekruide mengeling van Italiaanse worst, rundvlees en varkensvlees die meer doet denken aan het soort gehakt dat je ook kunt terugvinden op de pizza’s van Pizza Hut, maar dan van een betere kwaliteit. De royale hoeveelheden ricotta, mozzarella, provolone en parmezan zorgen ervoor dat ook dit gerecht erg rijk is aan kaas, maar toch blijf je ook het vlees voldoende proeven. Onze vis (er staat mediterrane zeebaars op het menu) is een klein beetje te lang gebakken, waardoor de uiteinden wat zwartgeblakerd zijn, maar dat is natuurlijk ook hoe de meeste Amerikanen hun gerechten het liefste eten en zelfs de bijhorende citroen is wat geschroeid. De vis zelf is in ieder geval van een meer dan degelijke kwaliteit, net al de geroosterde aardappelen. Bovendien staat er natuurlijk balsamicoazijn en olijfolie op tafel, zodat je de raketsla, tomaten en kappertjes verder op smaak kunt brengen.


Het opvallendste aan alle gerechten die we proeven, is dat ze sterker gekruid zijn dan wat je doorgaans in Italië zelf mag verwachten en vaak iets meer ingrediënten bevatten – en dat vinden we geenszins erg, aangezien het ook voor meer smaak zorgt. Dat men er bovendien in slaagt om in een dergelijk groot restaurant voldoende tomaten en groenten van hoge kwaliteit te serveren, is een staaltje van culinaire kennis en logistiek om u tegen te zeggen… maar daar eindigt het niet. Chef Valastro is en blijft immers het bekendst als bakker en dus wordt er ook stevig ingezet op de desserts.


Onze serveerster is schitterend en weet ons tijdens de hele dinerervaring van geweldige suggesties te voorzien, maar ondanks het feit dat we weten hoeveel mensen de cannoli aanbevelen, kiezen we voor ‘Lisa’s warm nutella cake’. Nutella lijkt immers Las Vegas veroverd te hebben – ga maar eens kijken in het nog vrij nieuwe Park MGM – en dan zijn we wel benieuwd naar een dessert dat volledig rond de suikerige chocopasta is opgebouwd. Gezond zal hij niet zijn, maar de warme cake met chocoladesaus, knapperige hazelnootpraline en een uitstekende bol gezouten karamelijs (nodig om het gerecht iets lichter te doen aanvoelen en van de nodige frisheid te voorzien) is gewoon heel erg lekker. Omdat we er tijdens de dag van ons bezoek al twee restaurantrecensies op hebben zitten, delen we het nagerecht en laten we nog een kopje cappuccino aanrukken zoals de Italianen die zo goed kunnen maken, om daarna met een verzadigd en voldaan gevoel weer naar ons hotel te trekken.


Freedom Beat


Vergeet ontbijt: Freedom Beat, het restaurant van het Downtown Grand Hotel, heeft tijdens het weekend een brunch die misschien wel tot de beste van de binnenstad behoort. Bovendien is er een podiumhoek waar vaak optredens worden verzorgd – gratis entertainment zoals die vroeger wel vaker werd aangeboden in Vegas… en wie wil er eens niet gewoon decadent doen en de ochtend beginnen met ‘bodemloze mimosa’s’ of bloody mary’s? Goed, we hebben al betere cocktails gedronken en in een stad waar je sublieme cocktailbars als The Velveteen Rabbit hebt, kan je natuurlijk ook gewoon voor het allerbeste gaan, maar ‘bodemloos’ betekent natuurlijk dat je jouw glas (of – in dit geval – plastic beker) zo vaak mag laten bijvullen als je zelf maar wilt en het alcoholpercentage is niet erg hoog. In tegenstelling tot de bodemloze drankjes die je doorgaans geserveerd krijgt, lijken onze cocktails gelukkig geen gigantische hoeveelheden suiker te bevatten, waardoor we ons zelfs om 10 uur ’s ochtends niet té schuldig beginnen te voelen.


Het menu is iets meer eclectisch dan je zou verwachten, want naast behoorlijk gezonde en zelfs vegetarische en veganistische opties, vind je er typisch Amerikaanse, rijkelijk gevulde schotels terug, waaronder het soort sandwiches dat haast iconisch is geworden voor de Verenigde Staten. Nog voor we goed en wel besteld hebben, wordt er al een schotel gefrituurde en goed gekruide aardappelschijfjes met zure room gebracht – verrassend verslavend en dus moeten we moeite doen om er niet al te veel van te eten.



Tijdens ons interview vooraf met chef Paul Fisher raadde hij ons zijn ‘pot roast Benedict’ aan en dus volgen we zijn suggestie. Het signatuurgerecht van Freedom Beat bestaat uit stukjes biefstuk die traag gegaard werden in een bruine saus op basis van ui en tomaten, geserveerd op geroosterde Engelse muffin en met daarop nog twee perfect gepocheerde eitjes, hollandaisesaus (inderdaad, weer eieren én boter) en op z’n julienne gesneden worteltjes. De aardappeltjes aan de kant smaken voortreffelijk en eigenlijk zit het hele gerecht boordevol smaak, maar wie hier niet voldoende mee gegeten heeft, mag wellicht eens een maagverkleining overwegen.

Dat laatste geldt overigens ook voor het andere hoofdgerecht dat we proeven: wafels met daarbovenop in botermelk gefrituurde kip, gedipt in een erg evenwichtig pikant gekruide rode saus en gekruide esdoornsiroop. De wafel mocht nog iets meer op smaak gebracht zijn, maar eigenlijk zou een dergelijk gerechtje eigenlijk nooit zo lekker mogen proeven, al laten we de extra boter wel grotendeels aan de kant liggen. Het is nog niet de topper waar we ooit over hebben geschreven in ons reisartikel over Miami en Tampa Bay, maar hier weten de chefs duidelijk ook wel hoe ze iets lekker moeten laten smaken.



Het oorspronkelijke menu werd mee bedacht door chef Scott Commings, die seizoen 12 van Hell’s Kitchen wist te winnen en daarna een tijdlang de executive chef van Gordom Ramsay’s Pub & Grill in het Caesars Palace was, maar het is de joviale chef Paul Fisher – volgens ons een onvervalste metalhead, wat altijd een pluspunt is, natuurlijk – die dagdagelijks met de culinaire plak zwaait in zowel Freedom Beat als het hele hotel. Paul is momenteel 49 jaar oud en startte op zestienjarige leeftijd zijn carrière als bordenwasser. Sindsdien is hij altijd in restaurants te Las Vegas blijven werken en de man heeft een heel verrassend antwoord klaar wanneer we hem vragen wat nodig is om een geweldige chef te zijn. ‘Mededogen en smaak. Je moet je ultiem bewust zijn van de mensen die je bedient en de mensen die in jouw team zitten, want men eet eerst met de ogen. Als je geen gelukkige mensen en mooi eten ziet dat met medeleven is klaargemaakt, ga je niet genieten van jouw maaltijd – het maakt niet uit in welke zaak je werkt. Wat je gaat proeven, zie je eerst met jouw ogen; als je gelukkige teamleden en gelukkige borden hebt, krijg je ook gelukkige mensen.’ Een mooie visie.




House of Blues


Nightwish, Lacuna Coil, en Steel Panther : drie fantastische bands waarvan we vroeger nog optredens hebben gezien in House of Blues. De vestiging op Sunset Boulevard in Los Angeles heeft ondertussen helaas de deuren gesloten, maar de semi-legendarische naam blijft gelukkig onder andere voortbestaan in Vegas, waar het al sinds 1999 een onderkomen heeft in het Mandalay Bay Resort. De tijd lijkt dankzij de nodige vernieuwingen echter een nieuwe big bang te hebben gekregen, want niets aan het interieur is zichtbaar verouderd en in het hoger gelegen gedeelte van het mooie restaurant rijden er zelfs een paar robots rond. Overigens is het restaurant veel groter dan je enkel van de eetzaal waar je binnenkomt zou verwachten, want zelfs als je de ruime concertzaal niet meerekent, zijn er aparte ruimtes – waaronder eentje die uitermate geschikt is voor huwelijksfeesten. De Latijns-Amerikaanse schilderingen, indrukwekkende kandelaars en prachtige bar zorgen bovendien ook als er op de grote tv-schermen sportwedstrijden worden vertoond voor een gepast sfeertje.


Normaal gezien had David Lee Roth opgetreden tijdens ons bezoek, maar helaas is het concert van de legendarische ex-zanger van Van Halen afgezegd en hebben we na ons diner geen tijd meer om terug te keren voor een aantal andere artiesten. We houden het dus bij het eten en een intrigerend gesprek met ‘director of Restaurant Operations’ Harold Johnson, die een ware schatkist aan weetjes over Las Vegas blijkt te zijn.



De keuken is – net als het interieur – geïnspireerd door de gerechten uit het zuiden van de Verenigde Staten: hartige soulfood en burgers, dus.


We volgen de aanbevelingen van onze ober en gaan voor de ‘voodoo shrimp’ als voorgerecht: gesauteerde garnalen in een reductie van Abita Amberbier, geserveerd over krachtig maïsbrood met een heel gebalanceerde saus van jalapeñopeper en kaas. Abita Amber is een rond biertje met duidelijk aanwezige mout en toetsen van karamel, wat adequaat tegengewicht levert voor de lichtjes pikante en vrij zoute saus. Het maïsbrood zorgt er wel voor dat dit een behoorlijk stevig voorgerechtje is, maar het bord zelf is niet al te groot en dus zeker een optie voor wie zich niet té vlug vol wilt proppen.



Als hoofdgerecht volgt er de jambalaya: pikante gesauteerde kip met andouille (een van verschillende varkensdarmen vervaardigde worst die oorspronkelijk door de Franse kolonisten werd geïntroduceerd in Louisiana) en ‘Heilige Drievuldigheid’ (ajuin, groene paprika en selder), bovenop gestoofde rijst. Het is een licht pikant gerechtje waarin vooral de sterke smaak van de worst domineert. Achteraf hebben we er daarom ook wel spijt van dat we niet voor de optie met garnalen zijn gegaan – die hadden wel calorieën toegevoegd, maar wellicht ook voor net iets meer evenwicht gezorgd. De presentatie had trouwens wat beter gemogen, maar wie van dit soort cajunkeuken houdt, zal zeker niet van een kale reis thuiskomen.



Onze fotografe heeft eerder een indigestie opgelopen en omdat ze nog aan het recupereren is, kiest ze voor een salade. Haar ‘BBQ chicken salad’ is echter meteen op z’n Amerikaans groot en ook de krokante uitjes bovenop de traag gerookte kippenreepjes maken de salade van bindsla, koolsnippers, zwarte bonen, maïs en tomaat er zeker niet lichter op, maar lekker is ze zeker wel. In de romige ‘BBQ ranch dressing’ menen we dan weer karnemelk en zure room of yoghurt te proeven – een goeie manier om alles wat extra smaak en consistentie te geven.


Wil je toch nog een dessert, kies dan voor de limoentaart, die ervoor zorgt dat je met een frisser gevoel kunt afronden, maar onze bespreking zou niet volledig zijn als we zouden nalaten om de cocktails te vernoemen. Die zijn immers – net als de wijnkeuze – meer dan degelijk en zowel een goede manier om een etentje hier te beginnen als om ermee te eindigen.


Dat alles in het House of Blues ondanks wat coronagerelateerde tegenslagen zo goed lijkt te verlopen, heeft veel te maken met Harold Johnson, die kan rekenen op zo’n 32 jaar ervaring in de horeca-industrie van de stad. Harold begon ooit als ‘director of food operations’ in het Rio, was daarna de F&B-verantwoordelijke voor Caesars Entertainment (dat heel wat iconische hotels in handen heeft) en zorgde 8 jaar lang voor het inmiddels helaas gesloten Hard Rock Hotel & Casino. Sinds 2019 mag hij over House of Blues waken en dat doet hij dus met de nodige kennis – zowel van de entertainmentindustrie als van de restaurantsector. Die bagage blijkt niet alleen van pas te komen bij het vinden van de juiste leveranciers, maar ook bij het naar boven halen van de ene anekdote na de andere. Zo gaat het van optredens van Santana tot het feit dat de grote hotels elke avond heel wat jackpots in hun casino’s van plaats veranderen… nadat ze hebben geanalyseerd wat waar werkt en wat niet. We blijven met stijgende verbazing naar ’s mans verhalen luisteren en noteren dat we zijn interview zeker nog in een apart artikel voldoende ruimte moeten gunnen.






Nacho Daddy


Wanneer je over een keten spreekt, heb je meestal een reeks onpersoonlijke zaken in gedachten waar alles een beetje op elkaar lijkt. Nacho Daddy, dat in 2010 voor het eerst openging en ondertussen verschillende vestigingen heeft in Las Vegas, bewijst echter dat het ook anders kan: deze Mexicaanse eettempels worden uitgebaat door een aantal restaurateurs uit de stad zelf en de locatie die wij bezoeken – om de hoek van de Strip op Harmon Avenue, net buiten een uitgang van de indrukwekkende Miracle Mile Shops van Planet Hollywood – is ongelooflijk gezellig en sfeervol.

Het is niet simpel om als toegankelijk(e) restaurant(keten) voor een écht memorabele ervaring te zorgen, maar Nacho Daddy slaagt er met brio in. Het bijna 10 meter hoge plafond van het industriële interieur zorgt ervoor dat je heel veel ruimte voelt, maar ook de 21 grote tv-schermen, het nog grotere projectiescherm, de zithokjes, de tafeltjes de open keuken, het excellente geluidssysteem en de prachtige mezzanine van waaruit je de straat kunt gadeslagen en het overwegend (erg) knappe en zeer vriendelijke personeel zorgen voor extra sfeer. Onze beeldschone serveerster is bovendien enorm sociaal en weet ons vol passie te vertellen over de opzet van zowel de drankjes als de gerechten – handig!


Laten we al maar meteen met de deur in huis vallen: de grote margarita’s van Nacho Daddy hebben al een hoop prijzen gewonnen en een van deze eetplaatsen vereren met een bezoek zonder een cocktail te bestellen, is simpelweg uit den boze. Wanneer een Indisch restaurant op de Londense Brick Lane beweert dat het ‘de beste curry’ heeft, verwijst dat doorgaans naar slechts een van de schijnbaar honderden publicaties waarin dat wordt beweerd, maar als Nacho Daddy je toevertrouwt dat het de beste margarita’s van Vegas aanbiedt, geloof je dat beter wél. Veel heeft natuurlijk te maken met de goeie tequila die als basis wordt gekozen, maar een drank als Daddy’s Margarita is gewoon niet te missen: de toetsen van vanille, eik, zwarte peper, karamel en gekookte agave van de superzachte El Jimador Reposado lenen zich uitstekend voor de gekozen mengeling met de Franse triple sec (een kleurloze en vrij sterke likeur die een extra appelsiensmaak en een béétje zoetigheid toevoegt) en de huisbereide zoetzure mix brengt alles mooi in balans.


De naam van het restaurant laat natuurlijk geen twijfel bestaan: hier kom je vooral om nacho’s te eten. Wij laten eerst een triple dip aanrukken: chips met drie soorten dipsausjes. De guacamole houdt niet alleen een goed evenwicht tussen de avocado, ui, knoflook, tomaat en limoen, maar is ook erg goed afgekruid en proeft vers. De kaasdipsaus contrasteert dan weer geweldig met wat je in, pakweg, de Kinepolis kunt krijgen. Daar gaat het om chemische troep, hier proef je échte kaas. Tenslotte is er de tomatensalsa, waarvan we te horen krijgen dat ze in drie sterktes beschikbaar is: mild, medium en pikant. Blijkbaar hebben ze in Nacho Daddy zelden een journalist op bezoek die pr doet voor een Thais restaurant dat gespecialiseerd is in de pikante keuken uit Isaan, dus laten we meteen alle drie soorten brengen. Onze conclusie: ga gerust voor de pikantste salsa! Ze is niet zo sterk dat je ervan begint te wenen en heeft meer smaak dan haar zwakkere nichtjes.


Ceviche mag van oorsprong dan wel van het huidige Peru en Ecuador afkomstig zijn, ook in Mexico weet men heus wel hoe men de in vers limoensap gemarineerde visstukjes moet serveren – in het geval van Nacho Daddy met limoen, avocado, ui en tomaat. De zurigheid waar we zo van houden in ceviche ontbreekt een beetje en de stukjes zijn ook wat dikker gesneden dan traditioneel vaak het geval is, maar ook nu weer proeven de ingrediënten lekker vers en kunnen we zeker spreken van een erg geslaagd gerechtje.

Kom je hier eten, dan is de kans groot dat je als hoofdgerecht voor de nacho’s gaat. Er prijken maar liefst 14 verschillende opties op het menu, van de enorme Supreme Tostada Nacho met gekruid gehaktvlees tot nacho’s met filet mignon, kip, pikante knoflookgarnaal, kippenborst met Thaise kruiden en kreeft met krab. Verwacht een stapel lekkers bovenop de nacho’s, waaronder cheddar, jackkaas (een soort witte, half-harde kaas van koemelk), gele kaas, guacamole, zure room, bonen, avocado, paprika, sla, ui, tomaat, guacamole en zure room: genoeg voor 2 gemiddelde Europeanen, dus, maar ook behoorlijk verslavend.


Zeker niet te missen: de flaming fajita’s , die worden geserveerd met paprika, ui, kerstomaat, zure room, pico de gallo (een saus die iets steviger en minder lopend is dan salsa) en guacamole, met aan de kant Mexicaanse rijst en bonen. Je kunt bovendien kiezen voor knapperige sla of voor tortilla’s van bloem of maïs om alles in op te rollen en natuurlijk krijg je er ook salsa bij. Het is allemaal lekker, maar dé aantrekkingskracht van het gerecht blijft het ritueel waarmee het wordt opgediend, want de fajita’s worden aan de tafel in brand gezet – tot groot jolijt van de andere eetgasten, trouwens.




Over publiekstrekkers gesproken: de ‘scorpion shot’ is dat zeker. Zodra de Cenote Reposado (een fantastische, lichtjes peperige tequila met citrus- en vanilletoetsen die 3 maanden op Amerikaanse eik heeft gerijpt) met zout en limoenschijf in aankomst is, gaat er een bel en weet iederéén wat je aan tafel te wachten staat: een shot met volledige schorpioen erbovenop. Natuurlijk begin je met de schorpioen, waarna je alles doorslikt met de tequila. Nog voor we kunnen drinken, staan er echter al een paar mensen naast ons met de vraag of ze een foto mogen maken terwijl we de shot onze kelen inkappen. Het blijkt aanstekelijk te werken, want daardoor weet een van de jonge vrouwen in het hokje naast ons haar vriend en een bevriend koppeltje te overtuigen om het ook eens te proberen. Zelden mannen gezien die zoveel schrik hadden en ook achteraf blijken de heren nog wat te kampen met het feit dat ze hebben toegegeven aan de groepsdruk, maar wij vinden het allemaal geweldig. Of de schorpioenshot zo wereldberoemd is als op de menukaart wordt beweerd, weten we niet, maar een kniesoor die daarom maalt, want het is zowel lekker als leuk – een winnende combinatie, als je het ons vraagt.


Er zijn heel wat veganistische opties beschikbaar bij Nacho Daddy en we beslissen dan ook te eindigen met een dessertje waar eender welk dierlijk spoor in ontbreekt: een cake van drie lagen Ghirardellichocolade met glazuur. Niet te versmaden, maar wel een beetje stugger en zwaarder dan melkchocolade en dus komen de frambozen erg van pas om de nodige fraîcheur toe te voegen. Waarmee we meteen van een heel geslaagde afsluiter kunnen spreken. Nog wat meer mescal, graag!





Peyote


Nog vrij nieuw, niet op de Strip en enkele minuten stappen verwijderd van het centrum van ‘downtown’ : je zou denken dat Peyote tijdens de initiële openingsperiode tegen het huis aan het gokken was, maar dat blijkt helemaal niet zo te zijn. Het restaurant stond op recordtempo met stip genoteerd in zowat elke (culinaire) gids in Las Vegas en dat heeft niet alleen met zijn illustere initiatiefnemer te maken. Ryan Doherty van Corner Bar Management heeft onder andere ook tequila- en mescalbar Lucky Day, bar Oddwood in (alweer) AREA15, dubbeldekkerbar Commonwealth, het zeer coole Park on Fremont en concertzaal Discopussy in handen. De zakenman heeft voor Peyote bovendien ondernemer pur sang Jolene Mannina van het aanpalende Vegas Test Chicken (waar chefs hun nieuwste creaties mogen uitproberen) en het al even trendy SecretBurger aangetrokken, met in haar kielzog chef Justin Kingsley Hall. Die laatste stond al bekend omwille van zijn rustieke keuken en dus is het niet echt verwonderlijk dat bijna elk gerecht op het menu van Peyote wel een ingrediënt bevat dat op de buitengrill werd klaargemaakt… maar we lopen een beetje vooruit op onszelf.


Omwille van het feit dat onze Uberchauffeur ons voorbijreed, komen we zo’n drie kwartier te laat aan en staan we voor een gesloten poort. Frustrerend, want op de prachtige patio, waar meer dan 200 vetplanten en cactussen samen met een aantal roze stoelen aan groene tafels en comfortabele wit-roze zetels rond een vuurplaats voor erg veel ambiance zorgen, zitten nog behoorlijk wat mensen te genieten van hun diner, terwijl een vreemd modern kunstwerk dat twee trucks via een buis met elkaar verbindt ervoor zorgt dat je niet naast het restaurant kunt kijken. Gelukkig komt er net uit de Vegas Test Kitchen buiten gestapt en verwittigt zij voor ons het team van Peyote, waarop we alsnog kunnen kennismaken met het erg sympathieke personeel.

Het interieur doet denken aan wat je vier uur verderop in Palm Springt of in de trendy wijken in Venice Beach kunt aantreffen: eclectisch, met veel aantrekkelijke, smaakvolle moderne kunst van toppers als de Braziliaanse Rafael Silveira en de Franse Bruno Pontiroli, en met een neonlichtreferentie die teruggrijpt op de legendarische oneliner van Val Kilmer (als Doc Holliday) in Tombstone: ‘You’re a daisy if you do’ – wat zoveel betekent als ‘je bent de beste als je het doet’. Verwacht hier leuke mozaïektegels, veel pastelkleuren en een chique industrieel decor met blootgelegd metaal en hout.


Doherty heeft, zoals reeds aangestipt, heel wat ervaring met cocktails en dus is het logisch dat hij de betere mixologen heeft aangetrokken om de drankjes in Peyote te verzorgen. Beginnen of eindigen met een cocktail lijkt dus wel een must en het is even worstelen om een keuze te maken, want zowel de El Camino (met mescal van Veras, likeur van Alpine Preserve, passievruchtpuree, een zuurtje van limoen en agave, en gerookt zeezout) als de Hey, Smokey! (met bourbon van Bardstown Fusion, appelbrandy van Copper & Kings, Aperol, Amaro Nonino, bitters van appelsien en tabak die 30 jaar op vat zijn gerijpt en gerookt zijn met de eigen houtmengeling van Peyote) zijn op de leest van deze journalist geschoeid, terwijl onze fotograaf voor een zoetere optie gaat (wat we voor het eten eigenlijk niet aanraden). Beide signatuurcocktails verrassen ons positief: gebalanceerd met verschillende smaaklagen die toch mooi in elkaar overvloeien.


Ondanks de naam van het restaurant, moet je hier geen typisch Mexicaanse, maar wel overwegend creatieve culinaire creaties verwachten, maar het eerste gerecht dat al meteen indruk maakt, werd al lang geleden geserveerd door de Navajo-indianen: ‘fry bread’, brood dat meestal wordt gemaakt van maïs- en/of bloemmeel. Goed, het wordt gefrituurd in plantaardige olie en is dus niet de gezondste optie die er bestaat, maar het past wonderwel bij allerlei andere gerechten.

We beginnen met op hout geroosterde Franse uiensoep, maar eigenlijk doet die niet zo gek veel denken aan de uiensoep die wij kennen, want ze is niet alleen veel dikker, maar ook niet op traditionele wijze gegratineerd. De uitjes werden zwartgeblakerd en gestoofd in het vuur, wat voor een veel rijkere, lichtjes zoete smaak zorgt, de croutons werden gegrild en de ‘beehive cheese’ (een typisch Amerikaanse volle, romige en zijdezachte kaas van jerseykoeien) voegt een extra romige textuur toe aan het geheel. Een topgerechtje.


Straf dat de stevige paddenstoelentaart als voorgerecht op het menu staat, maar dat heeft misschien meer te maken met de (naar Amerikaanse maatstaven niet al te aanzienlijke) grootte dan met hoe hartig de bereiding zelf is. Het is meteen wel een creatie om trots op te zijn, met gekarameliseerde ajuin, een mengeling van in de buurt geplukte champignons, en een luchtige pastei met gekonfijte knoflook – heel aards en winters, maar ook met naast een mooie balans van zout en zoet heel wat umami. Knap.



Een van de geslaagdste gerechtjes die we mogen proeven, zijn de gestoomde mosselen in witte wijnsaus met geschaafde venkel, slagroom, dijonmosterd en rustiek brood. Niet alleen is het knapperige brood bij het beste wat we buiten Scandinavië en Kroatië al hebben gegeten, de vleesrijke mosselen kunnen ook rivaliseren met onze Zeeuwse varianten én het gerecht blijkt een perfect gekruide smaakbom te zijn. Misschien wel bij het beste wat we tijdens deze Vegasreis eten.


Ook boordevol smaak: de in karnemelk gefrituurde kip met roze peper, aardappeltjes met beehive cheese, karnemelkbiscuits en bourbonjus. We krijgen het gerecht niet helemaal op, maar lekker is het wel. De goed gekruide romige bruine bourbonjus bindt alles goed samen en de kip is heerlijk krokant: comfortfood is zelden beter, al prefereren we de iets lichtere menukeuzes.


Overigens zorgen niet alleen de geweldige cocktails en de smaakrijke gerechten voor een topervaring: ook het personeel doet dat – of waar word je anders enthousiast bediend door een aspirant-acteur die in een naburig park bij zonsopgang yogasessies verzorgt, je vraagt om hem ter plekke vechtkunsttechnieken aan te leren én je uit volle borst laat zingen in de eetzaal?


Hier komen we zeker terug.



Sickies Garage Burgers & Brews


Vraag aan een inwoner van Vegas waar hij of zij het liefst gaat eten en de kans is groot dat het antwoord je niet naar de Strip of zelfs het stadscentrum leidt, maar wel naar Town Square, de in 2007 gebouwde, hondenvriendelijke winkel-, entertainment- en restaurantwijk aan South Las Vegas Boulevard, die zich nog voorbij het Luxor, Mandalay Bay en het iconische ‘Welcome to Las Vegas’-bord bevindt. De naam zou refereren naar een groepje vrienden dat ietsje meer dan 20 jaar geleden geregeld bij elkaar kwam in een garage te Fargo (ja, waar de film en de tv-serie plaatsvindt) in North-Dakota. De autoliefhebbers hielden ervan om met elkaar over allerlei technische zaken en… de kunst van het grillen te praten en om daar voldoende tijd voor te vinden, meldden sommigen van hen zich geregeld ziek op hun werk (vandaar dus de naam ‘sickies’). Na een poosje hadden de autofreaks een lijstje gemaakt waarop 50 hamburgers en 50 verschillende biertjes prijkten en dat vormde de basis voor de eerste Sickies Garage, die ze tien jaar geleden in hun thuisstad openden.


Ook in Vegas refereren zowel het moderne industriële decor als het menuontwerp naar een garage, maar ondanks de nadruk op bier en burgers kan je er ook heel wat andere dingen krijgen. Zo telden we 16 voorgerechten (zonder elke optie en de 19 sausjes mee te rekenen), 24 verschillende kippenvleugeltjes, 4 salades, allerlei mandjes en meer.



We kiezen op aanraden van Kahla – onze sympathieke serveerster – eerst voor de voor enkele frisse tapbiertjes en de ‘Sickies Nachos’, die helemaal niet bestaan uit tortillachips, maar wel uit knapperige wafelfrietjes met nachokaas, gefrituurde, licht pikante kippenblokjes, uitjes, zwarte olijven, stukjes tomaat, pikante peperoncino en zure room. Het is een geslaagde, maar vanzelfsprekend ook vrij zware combinatie waar je best enkel voor kiest als je niet alleen bent.


We twijfelen wat langer voor we onze ‘chicken wings’ hebben gekozen omdat onze fotografe liever een minder pikante keuze neemt, terwijl het voor ondergetekende best wel heet mag zijn. Eenmaal we ervoor kiezen om niet voor té gepeperd te gaan, vallen de meeste opties (helaas) weg en blijven we over met onder andere de teriyaki, golden BBQ, PB&J (met de eigen saus van Sickies Garage), en een paar andere opties. Wat we voorgeschoteld krijgen, is uitstekend gefrituurd, knapperig en bedekt in saus: precies wat je van dit soort gerecht verwacht.

Om toch nog iets gezonds te eten, kiezen we allebei voor de excellente zoete aardappelfrietjes en ga ik voor een glutenvrij broodje (een van de vier keuzes, naast gewone broodjes, pretzelbroodjes en broodjes met parmezan en peper). Er zijn ook vijf mogelijke vleesselecties: kip, kalkoen, vegetarisch, varkensworst en moeilijk te negeren Amerikaanse wagyu. We volgen daarbij alweer Kahla’s suggestie en gaan onder andere voor de Fatboy, die naast wagyuvlees ook gepeperde bacon, huisgemaakte baconconfituur en ‘pepper jack cheese’ (halfzachte kaas met een gladde textuur en een pikante smaak die te wijten is aan de zoete pepers, rozemarijn, habañeropepers, knoflook en pikante jalapeñopepers die in de kaas zijn verwerkt). We weten dat we ons schuldig zouden moeten voelen, maar wat is dat waguyvlees lekker, zeg, en ook de burger als geheel mag er wezen. Tja, hier gaan we niet slanker buitenkomen.


Onze tweede burger wordt de Sickville Hot Chicken met knapperige pikante kip, augurk en alweer ‘pepper jack cheese’. Die is minder overweldigend dan de Fatboy, maar wel iets gezonder en nog steeds erg lekker, met een duidelijk geprononceerde kaassmaak die absoluut een meerwaarde biedt aan de kip.


Wie zin heeft om zich eens te laten gaan en lekkere biertjes wilt combineren met een selectie uit een brede waaier hamburgers (of andere opties) die stuk voor stuk veel verser én lekkerder zijn dan wat je in de plaatselijke Quick, Burger King of McDonald’s kunt vinden, gecomplementeerd door een veel toffere sfeer, betere muziek en bediening aan tafel en zonder de valse chique van Ellis, weet alvast waar naartoe. Een omweg waard, maar volg zeker onze tip en bezoek Sickies Garage op tijd, zodat je ook de rest van Town Square nog kunt verkennen (en wat calorietjes kunt wegwandelen).




Triple George Grill


Wie een beetje vertrouwd is met de eetcultuur in de Verenigde Staten, weet dat een ‘grill’ of een ‘steakhouse’ niet de laagdrempelige lading heeft die ze bij ons in de Benelux kent, en wel integendeel : het gaat immers veelal om vrij chique restaurants waar behoorlijk dure gerechten op de menukaart prijken. Hoewel Triple George Grill prijzen aanrekent die erg competitief zijn met gelijkaardige steakhouses in de stad, beantwoordt het nog vrij goed aan dat verwachtingspatroon.



Er zijn maar weinig steden waar zoveel toprestaurants per vierkante kilometer te vinden zijn als Las Vegas – tenminste, als je het deel van de ‘Strip’ bekijkt waar de meeste grote hotels staan. Tegenover het uitstekende Downtown Grand aan het andere eind van dé entertainmentstad bij uitstek, op enkele stappen van de Fremont Street Experience, staat de Triple George Grill, waar je al 17 jaar lang nog echt traditioneel klaargemaakte gerechten kunt vinden. Executive chef K.C. Fazel kan steunen op 35 jaar ervaring en chef George. In Vegas was K.C. met TENDER Steak & Seafood in het Luxor Hotel de eerste die volledig antibiotica- en hormonenvrij biologisch vlees en duurzame vis serveerde. Hij bracht het concept dat hij al kende uit thuisstad San Francisco – een steakhouse met Italiaanse invloeden – mee naar de Triple George Grill.


Het interieur is erg klassiek en doet denken aan een Franse bistro vol donker hout, met een eetzaal die wordt gedomineerd door een lange bar en een andere die zich goed leent voor het bekijken van sportwedstrijden (wat momenteel erg ‘in’ is in Las Vegas). De hokjes bieden veel intimiteit en er wordt ook geregeld live piano gespeeld in het loungegedeelte – allemaal leuke toetsjes die refereren naar niet zo heel lang vervlogen, maar wel degelijk voorbije tijden.



We beginnen ons diner met ‘shrimp cocktail’, maar die lijkt in niets op de garnaalcocktails die we kennen in de Benelux. Zo wordt alles op een bordje geserveerd in plaats van in een glas, is er gekozen voor grote scampi’s en niet voor grijze of roze garnalen, wordt er geen chemische cocktailsaus uit de fabriek, maar wel een huisbereide variant gebruikt, en is er bovenop de reuzengarnalen tegengewicht van een fruitige mangosalsa die ook wat textuur en complexiteit toevoegt aan het geheel. Een goed begin.


De zwartgeblakerde octopus met warme maïs, tomaat, venkel en een olijfsalade met rode pepersaus en chipotle-olie die een pikant toetsje toevoegt aan het geheel is wat ons betreft iets te lang gebakken en is daardoor iets minder aangenaam om te kauwen, maar zoals al eerder gezegd houden Amerikanen nu eenmaal van verkoold vlees. Gelukkig betreft het vooral de uiteinden van de tentakel, want op zich is dit best wel een goed gerechtje.


Natuurlijk proberen we ook een steak uit en als bij wonder houdt onze fotografe van de door Amerikanen populairdere meer doorbakken versie, maar het mag gezegd worden: ondanks een cuisson waar ondergetekende niet voor zou kiezen, is de biefstuk nog altijd erg mals, wat hij ongetwijfeld mee te danken heeft aan zijn uitzonderlijke marmering. Dat er een chef achter het fornuis staat die écht wel weet hoe hij rundsvlees moet bakken, is natuurlijk een enorme troef die optimaal wordt uitgespeeld in dit spartaans gepresenteerde gerecht.



Ondanks de kwaliteit van het vlees, zijn het de jumbo asperges met citroenzeste en geschaafde parmezaan die wat ons betreft de show stelen: groot, knapperig gebakken en ondanks de kaas toch met een lichtere toets dan de asperges met ei die wij zo vaak serveren. Overigens heeft de Triple George Grill wel meer dergelijke bijgerechten (zoals zwartgeblakerde spruitjes met bacon, veenbessen en grany smithappel, truffelfrietjes, zoete aardappelpuree, risotto van wilde paddenstoelen en zwartgeblakerde broccolini met rode peper en citroensap) en raden we zeker aan om jouw hoofdgerecht met een dergelijk extraatje aan te vullen.


Als tweede hoofdgerecht kiezen we voor een kommetje mosselen met andere tomaten, kruiden en (stok)brood. Alles is van uitstekende kwaliteit en dus kunnen we de ‘Fisherman’s Wharf cioppino’ met garnalen, mosselen, krab, octopus, inktvis en verse vis in gekruide bouillon die momenteel op het menu prijkt ook zeker aanraden.



We eindigen nog met een goed gebrande klassieke tiramisu met voldoende vanille en een ijsje met slagroom en bosbessen die allebei de lekkerste aardbeien die we in een lange tijd hebben gegeten bevatten. Een passend slot voor een goed diner.


Las Vegas steunt sterk op beroemdheden en dus vragen we tijdens ons interview met K.C. en George of de vele bekende restaurateurs en hun tv-aanwezigheid veel heeft veranderd. ‘Ik denk dat de eetprogramma’s een positieve impact heeft gehad,’ zegt onze gesprekspartner. ‘De aandacht die zoveel chefs hebben gekregen, heeft er mee voor gezorgd dat mensen meer geïnteresseerd zijn geraakt in restaurants. Er zijn ook veel misopvattingen over wat het betekent om een chef te zijn. Een heethoofd zijn zal je niet noodzakelijk helpen om te slagen.’

‘Mensen als Gordon Ramsay en Guy Fieri hebben ervoor gezorgd dat simpel koken weer populair is geworden,’ voegt chef George daaraan toe. De tv-programma’s van Guy Fieri zijn nog steeds immens populair en natuurlijk is er ook Hell’s Kitchen van Gordon Ramsay. Dat heeft veel bijgedragen tot het populariseren van het uit eten gaan.’


‘Ik weet waar we onze producten vandaan halen,’ vervolgt K.C. ‘We hebben ons heel steakprogramma volledig opnieuw ontwikkeld. We hebben respect voor wat er natuurlijk aanwezig is en ontvangen hier biefstukken van topkwaliteit die afkomstig zijn van een aantal van ‘s lands top rundsvleesproducenten. Ik heb veel van die ranches zelf bezocht. Creekstone Farms is een van onze belangrijkste rundsleveranciers en ik ben zelf naar hun verwerkingsinstallatie gegaan. Ik heb gezien hoe ze met hun runderen omgaan, hoe er aandacht is voor de afkomst en hoe alles wordt verscheept naar de restaurants. Duurzaamheid is erg belangrijk geworden en dat is het laatste jaar duidelijk geworden. Het was erg uitdagend om voldoende voorraad te vinden. Veel bedrijven hadden te veel overschot en konden dat niet kwijtraken, waardoor ze de deuren moesten sluiten. Eenmaal de zaken beter begonnen te lopen, konden de overlevenden opeens niet meer bijbenen, of het nu om zeevruchten en vis, rundsvlees of andere ingrediënten ging. Het was dus heel uitdagend om de kwaliteit te kunnen waarborgen en om consistent te kunnen blijven.’



Tekst


Dirk Vandereyken


Foto’s


Dirk Vandereyken

Marian Michiels

Websites van de relevante zaken


Featured Posts
Recent Posts
Archive
Search By Tags
Follow Us
  • Facebook Basic Square
  • Twitter Basic Square
  • Google+ Basic Square
bottom of page