top of page

Restaurantrecensie: Gent - Restaurant Vrijmoed

Een restaurant naar jezelf noemen, dat doe je het best als je al wat naam en faam hebt gemaakt. Als iemand als topchef Michaël Vrijmoed zoiets doet, dan is dat eigenlijk gewoon een logische keuze. Restaurant Vrijmoed opende in 2013 op de locatie van een op dat moment pas gerestaureerd herenhuis en bracht al de nodige lofbrieven met zich mee: Michaël volgde zijn koksopleiding in Koksijde, werd specialist-patissier aan Ter Groene Poorte in Brugge, en werkte jarenlang aan de zijde van ’s lands meest gerenommeerde chef, Peter Goossens, als souschef van ons hoogst aangeschreven restaurant, Hof van Cleve.


De accolades volgden al snel: nauwelijks acht maanden nadat de eettempel zijn deuren opengooide, was er al een eerste Michelinster, een viertal jaar nadien volgde de tweede, en tussendoor nestelde hij zich comfortabel binnen de top 3 tot 5 van de lijst met beste groentenrestaurants ter wereld – momenteel staat Vrijmoed op de vierde plaats in de We’re Smart with Greenyard ranking en daar mogen we als Belgen heel erg trots op zijn. Wij gingen er lunchen.




BeauSense Magazine_Restaurantrecensie Gent_Vrijmoed
.pdf
Download PDF • 3.71MB

Klik op de link hierboven om het hele artikel te downloaden in pdf-formaat


Locatie


Restaurant Vrijmoed ligt erg centraal op de Vlaanderenstraat in Gent, met aan de andere kant van rivier Reep het Duivelsteen. Er zijn wel meer interessante zaken in de buurt te vinden (top cocktailbar Fugazi bevindt zich op een minuutje wandelen op dezelfde straat), maar Vrijmoed is veruit de hoogst aangeschreven plaats die er te bezoeken valt. Dat er zoveel openbaarvervoeropties zijn – zowel bus als tram stoppen vlakbij – is een extra pluspunt, terwijl de grote drukte die soms moet getrotseerd worden om een plaats als de Korenmarkt te doorkruisen handig wordt vermeden.


De statige lila en witte gevel, het boograam, de boogdeur, en het chique zwarte uithangbord geven meteen een statige indruk, maar de knappe gevel herbergt een luxerestaurant dat wordt bevolkt door overwegend vrij jong en – vooral – erg vlot personeel.



Interieur & ontvangst


Eenmaal binnen, reveleert het restaurant zich als een oase van hedendaagse klasse. Zodra we de drempel overschrijden, worden we omarmd door de tijdloze elegantie van het interieur, waarin donkere lambriseringen en prachtige glas-in-loodramen harmonieus samenkomen. De ziel van het pand, doordrenkt met traditionele elementen, wordt knap geaccentueerd door moderne details die een verfijnde sfeer creëren. Strakke verlichting werpt een eigentijds licht op de geschiedenis van de ruimte, terwijl zwart-witte elementen een vleugje contemporaine flair toevoegen.


Kunstwerkjes sieren de muren als subtiele getuigen van de creatieve geest die het restaurant definieert. De tafels, gedekt met gesteven wit tafellinnen, stralen een tijdloze standing uit, waarmee ze de toon zetten voor wat op het bord volgt.


De keuze voor het pand aan de Vlaanderenstraat was overigens geen toeval, maar eerder een liefdevolle omhelzing van geschiedenis en moderniteit. Vrijmoed wist het huis te verwerven na een jarenlange zoektocht naar de perfecte locatie, en dat toont zich ook in het interieur.


We worden hartelijk ontvangen door verschillende leden van het keukenteam en mogen ook al snel met de chef zelf spreken. Iedereen staat ons vlot te woord en weet eigen verhalen te vertellen die duidelijk maken dat de chef zijn personeel wel érg zorgvuldig heeft uitgekozen. Zoals dat in een restaurant dat in de bovenste klasse thuishoort betaamt, natuurlijk, maar hoe zit het eigenlijk met het eten zelf?


Het menu


We beginnen niet met champagne, maar wel met een uitstekende cocktail én een mocktail. Niet verwonderlijk, trouwens, want het restaurant heeft zijn eigen gin en dan is het natuurlijk erg leuk om dat drankje in een eigen mengsel te ontdekken. De Vrijmoed gin zorgt voor een licht  kruidige en voldoende complexe basis, terwijl de zoete en bloemige tonen van vlierbloesem een subtiele zoetheid naar voren brengen en de Maraschinolikeur een lichte hints van kersen en amandel toevoegt. Citroensap zorgt voor een frisse en levendige citruskick die het geheel mooi in balans brengt. Mixologie van het betere allooi, dus, en vooral: niet te suikerig. Dat zou immers helemaal niet passen voor een pre-dinnercocktail. Ook de niet-alcoholische cocktail die Paula voorgeschoteld krijgt, is goed in evenwicht en erg fris: een perfecte manier om ons voor te bereiden voor de lunch.


Onze eerste amuses-bouche komen al aan terwijl de cocktails nog op tafel staan en dat lijkt opzettelijk te zijn. De ijsparel van ponzu met miso paart dan ook goed met onze drankjes en is vol van smaak. Het verkoelende van de ijsparel en de karakteristieke zure, zoute, en umamitoetsen van de Japanse ponzusaus zorgen samen met het zoutige en gefermenteerde van de miso voor een uitzonderlijke combinatie.


De grissini is dan weer een originele aanpak van een Italiaanse klassieker. De toevoeging van venkel is erg geslaagd en brengt lichtzoete, kruidige toetsen met zich mee. Het sausje van mosterdzaad en dille past er uitstekend bij.


De slimme emulsie van zwarte look, kastanjepaddenstoelen en wakame combineert  de rijke en zoete smaak van zwarte knoflook met de hartige, nootachtige tonen van de kastanjepaddenstoelen en de zilte smaak van wakame. De verschillende elementen werken samen om een complexe en gebalanceerde smaakbeleving te creëren. Het uiteindelijke resultaat is een verfijnd gerecht dat de smaken van de ingrediënten combineert en speelt met contrasten.


De eerste begeleidende wijn is een chablis premier cru van Domaine Philippe Goulley, een uitstekende wijn die de typische kenmerken van de Chablisstreek weerspiegelt. Hij heeft een heldere, gouden kleur met verleidelijke aroma's van groene appel, citrusvruchten en minerale tonen. In de mond is de wijn verfrissend met levendige zuren, een mooie textuur en een lange afdronk. Elegantie én complexiteit, dus, en mooi bij ons voorgerechtje.


We krijgen een tartelette met tartaar van sint-jakobsnoot en scheermessen, geserveerd met een ijs van gerookte paling en een beurre blanc-saus met yuzu, met bovenop een oesterblad dat niet enkel als decoratief element dient, maar een boeiende ziltigheid aan het geheel toevoegt. De knapperige tartelette dienst als een goeie basis, met daar bovenop fijngesneden coquilles en scheermessen die erg fijn zijn gekruid.


Het bolletje ijs van gerookte paling zorgt voor een unieke smaakdimensie met een subtiele rokerigheid. Het gerecht wordt afgemaakt met een beurre blanc-saus met yuzu (een citrusvrucht met een licht zure smaak). Het samenspel van de zachte tartaar, het rokerige ijs en de verfrissende beurre blanc met yuzu creëert een harmonieuze combinatie van smaken en texturen. Knap!


Onze volgende wijn is een Prior Lucas Bianco Tinto D.O.P. Bairrada Habemus.R,  een interessante blend van Portugese druivensoorten met een rijke en complexe smaak. In het glas heeft de wijn een diepe robijnrode kleur met intense aroma's van rijp zwart fruit, specerijen en kruiden. Op de tong is hij vol en krachtig, met stevige tannines en een lange afdronk. Benieuwd hoe deze gaat proeven wanneer hij nog verder gerijpt is!


Wie er nog niet van overtuigd was dat surf-and-turfcombinaties hoge culinaire niveaus kunnen halen, kan zich in Vrijmoed laten overhalen door de gepocheerde tarbot met eekhoorntjesbrood en jeneverbes – misschien wel het enige gerechtje waarvan we even de wenkbrauwen moeten fronsen. Niet vanwege de smaken of texturen, maar wel vanwege het feit dat er op het menu niet vermeld wordt dat er ook varkensoor bij hoort – belangrijk voor pescetariërs – al heeft het een en het ander misschien wel te maken met het feit dat het voltallige personeel al weet dat wij (op restaurant) alles eten.


Een witvis als tarbot pocheren helpt natuurlijk uitstekend om zijn delicate, subtiele smaak te behouden. Het aromatische eekhoorntjesbrood brengt heel wat aardse, nootachtige smaken met zich mee en de jeneverbes voegt daar een pittige, kruidige dimensie aan toe. Voeg daar een de hartigheid en textuur van het varkensoor aan toe en je hebt een absoluut topgerecht.


Met zijn levendige robijnrode kleur en complexe aroma's van rijp rood fruit, kruiden en hints van aardse tonen, overtuigt de bijhorende chianti classico Castagnoli direct als gepaarde wijn bij ons volgende gerecht. In de mond is hij elegant met zachte tannines en een goede balans tussen fruitige en kruidige smaken. De lange en aanhoudende afdronk maakt deze Chianti Classico Castagnoli een absolute aanrader bij mediterrane gerechten, maar ook bij de vegetarische topper waar hij hier mee wordt geserveerd, blijkt hij een uitstekende keuze te zijn.


Die vegetarische topper bestaat uit reepjes van geroosterde en geglazuurde knolgroenten met cashewnoten en rozemarijn. Het is een behoorlijk stevig gerecht met een vrij vaste, maar voldoende zachte textuur. De aroma’s springen bijna uit het bord en ook de nodige kruidigheid is op het appel. Een volwaardig hoofdgerecht, dus, al zal niet iederéén even grote fan zijn.


Bij ons dessert wordt niet een wijn gegeven, maar krijgen we twee opties te proeven.


De  eerste is een grüner veltliner van domein Weingut Bründlmayer Reid Berg Vogelsang (in Kamptal) uit 2021 die direct de aandacht trekt met zijn heldere, lichtgele kleur en verleidelijke aroma's van rijpe perzik, groene appel en witte bloemen. Op de tong onthult hij een levendige zuurgraad, een knapperige textuur en een uitgebalanceerd smaakprofiel met tonen van citrus, tropisch fruit en een hint van kruidigheid. De lange, verfrissende afdronk een must-try voor liefhebbers van frisse en levendige witte wijnen!


De tweede is een goudkleurige riesling auslese van Toni Jost Hahnenhof Bacharacher uit 2021. De aroma's van perzik, abrikoos en honing zorgen voor een verleidelijke neus en in de mond biedt de wijn een perfecte balans tussen zoete en zure tonen, met smaken van rijp tropisch fruit en honing. De afdronk is lang en verfrissend met een aangenaam mondgevoel: een perfecte dessertwijn die niet te suikerig is en net als de grüner veltiner dus ook niet aan de tanden plakt.


We eindigen met een absolute topper: een nagerechtje van peer met groene kruiden en witte chocolade. Het is een creatieve en heerlijk geurende smaakbom met sappige, rijpe peer als basis en frisse kruiden waarbij de geniale toevoeging van witte chocolade de spreekwoordelijke kers op de taart is. Wat een heerlijke manier om onze lunch mee af te sluiten!




Conclusie


Restaurant Vrijmoed heeft zijn accolades absoluut niet gestolen: hier is een meesterchef aan het werk die zijn verbeelding en kennis perfect hanteert om verrassende (en overwegend gezonde) gerechten op tafel te toveren, allemaal ondersteund door een geweldig team, en in een mooi, erg centraal gelegen kader. Wij zien Michaël niet meer zijn twee Michelinsterren of zijn quotering van 17,5 in de Gault&Millau verliezen, en eigenlijk is het pure zonde dat we een van ’s werelds beste groentenrestaurants niet eerder bezochten. Wie zich een lunch of diner in het toch behoorlijk betaalbare maar correct geprijsde Vrijmoed kan permitteren, doet zichzelf dan ook een plezier door er meteen een plaatsje te boeken.



Interview


Na het eten zitten we samen met Michaël Vrijmoed zelf. Het wordt een lang en boeiend interview en dus is het nodig om hier en daar wat te parafraseren, maar hier een relaas van het gesprek!


Dirk: Ik heb uitgebreid mijn mening gegeven aan het team. Maak jij ook het dessert of heb je een eigen patissier?


Michaël: Het zijn de koks-patissiers die alles doen. Nee, nee, we doen effectief alles zelf.

 

Fantastisch, want alle gangen zijn erg consistent van kwaliteit. Het is ook een erg lekker dessert en vaak zie je dan dat er iemand mee bezig is geweest die zich daarin heeft gespecialiseerd. Best wel indrukwekkend dat je alles zelf maakt.

 

Dat klopt, er zijn veel mensen die een horecaopleiding hebben genoten, maar geen bakker zijn. Ik heb zelf nog chocolaterie gedaan. Dat was vroeger mijn specialisatie.

 

Wat ook ongelooflijk hard opvalt, is dat iedereen in jouw team super sympathiek is. We zijn bediend geweest door drie mensen, die allemaal vlotte babbelaars blijken te zijn.

 

Alles draait om te beleving. Het team maakt daar deel van uit en dan hebben we het dus niet alleen over het eten.


Ze voelen ook heel goed aan wannéér ze kunnen praten en wanneer niet. Ik spreek graag met het personeel, maar ik zie ook dat ze heel goed begrijpen wanneer iemand dat wil en wanneer niet. Dat weet je al door een keer rond te kijken.

 

De mensen hier hebben veel maturiteit. Het merendeel brengt heel wat bagage mee uit hun vorige werk.


Ja, en toch zijn de meesten nog vrij jong!


Sommigen zijn al 45, maar werken al twintig jaar op topniveau. Dat is métier en beroepsfierheid.


Ze lijken het ook erg graag te doen. Was het moeilijk om zulk team samen te stellen?

 

Dat is het moeilijkste dat er is, denk ik. Er is ook geen recept voor, hè. Je krijgt geen handleiding voor de mensen die zich aanbieden, maar ik denk wel dat er sprake is van een buikgevoel. Zo weet je ook wie je op welke post moet plaatsen, zodat al jouw mensen op de juiste positie staan. Het veld is ook niet breed gezaaid, dus is dat erg belangrijk. We hebben ook geluk met ons keukenteam. Zonder een goed team zouden we niet staan waar we nu zijn. Het is essentieel.

 

Je staat bekend als vierde beste groentenrestaurant ter wereld. We hebben hier heel veel verschillende dingen geproefd, wil je dan ook graag een punt maken door daar telkens enkele groentengerechten in het menu op te nemen?

 

Dat is zo gegroeid, we zijn er ook al zeven jaar mee bezig.

 

Met welk idee ben je daarmee begonnen?

 

Ik ben een eerste keer getriggerd geweest in De Librije, bij Jonnie Boer. Hij had iemand die er al langer dan 20 jaar mee bezig is was. Voor mij – en ik denk ook voor veel andere chefs – was hij een enorme inspirator. Ik ben er nu al jaren niet meer geweest, maar dat is echt het type restaurant waar je tijdens jouw bezoek telkens weer een paar keer verbluft aan tafel zit met de gedachte: ‘Wat heb ik nu weer gegeten?’ En dat is al jaren zo! Hij blijft zichzelf heruitvinden. Toen ik daar eens ben gaan eten met een aantal collega’s, heeft een van hen daar het vegetarische menu ontdekt. Dat is iets wat niemand anders in die periode deed – we spreken over zo’n twintig jaar geleden. Indrukwekkend.

 




Jouw vegetarische gerechten geven ook niet het gevoel dat er iets aan ontbreekt. Ik kan me voorstellen dat zelfs echte vlees- of viseters dat gevoel zullen hebben.

 

Wel, veel mensen die voor het vegetarische menu verkiezen zijn geen vegetariër. Die horen andere mensen daar iets over vertellen en willen het toch eens komen proberen. Meestal gaat het om gasten die vaker op restaurant gaan en eens iets anders willen proberen. Die zijn dan heel blij dat ze dat gedaan hebben of komen nog eens terug en kiezen voor dat menu terwijl ze wel erg graag vlees en vis lusten.

 

Je hebt ook die culinaire evolutie meegemaakt in Gent, hè? Toen ik pas begon restaurants in deze stad te bespreken, ging het nog om restaurants als Café Théatre, de Blauwe Zalm, C-Jean, enzovoort. Daarna lijkt er een neerwaartse spiraal te zijn geweest, maar nu lijkt het gastronomisch niveau weer opgekrikt te zijn – ook wat cocktails betreft, trouwens.

 

Ik denk inderdaad dat er wel iets is opengebroken. Gent is altijd een jonge en dynamische stad geweest en er waren hier veel topzaken, maar heel wat chefs zijn sindsdien uitgevlogen naar andere oorden. Zelf zat ik in Antwerpen, maar ik kwam van kinds af aan geregeld hierheen. Gent ligt in het centrum van alles: zowel Kortrijk als Brussel, Brugge, en Antwerpen zijn gemakkelijk bereikbaar.

 

Ja, da's waar. Alles is dichtbij.

 

Inderdaad. En dan zijn er nog de Flemish Foodies, Souvenir, Karel de Stoute… Er zijn ook veel buitenlandse topchefs naar hier gekomen. Er is een grote diversiteit van allerlei types zaken, en dan heb ik het niet enkel over sterrenrestaurants.

 

Nee, ook over drankjes en gastronomie in het algemeen, hè?

 

Ja, zeker weten.

 

Mensen zoeken hier ook naar ongewone combinaties, naar gerechten die ze thuis niet zouden maken.


In een zaak als deze moet je verrast worden, denk ik. Zo ervaar ik het tenminste zelf. Je moet daar echter niet te stijf bij doen. Je zei net dat het personeel hier heel toegankelijk is, wel, dat moét wel. Mensen moeten op hun gemak zijn. We zitten al in een erg statig gebouw, waardoor heel wat voorbijgangers denken dat het hier erg traditioneel aan toegaat, terwijl dat net het tegendeel is. Ik wil dus geen stijve uitstraling, want dat is niet waar wij voor staan.

 

Wat me vooral is bijgebleven buiten de gerechten, is hoeveel ervaring bijna iedereen in de zaal heeft, en de enige die daar nog te jong voor is, blijkt enorm gepassioneerd te zijn. Als journalist is dat natuurlijk plezierig, want dan heb je veel raakvlakken en kan je over andere zaken die je kent praten. Dat geeft nog meer beleving.

 

Klopt. Jij bent ook gepassioneerd door waar je mee bezig bent. Dat geeft net hetzelfde resultaat.

 

Ja, voor het geld moeten we dit niet doen, hè [gelach]! Dit doe je alleen als je er heel erg van houdt en mensen wilt informeren. Jij hebt ook een bredere visie; je bent iemand die groenten in de schijnwerpers wilt zetten. Dat is iets wat ik dit jaar miste. Ik heb in Chef’s Place op de Horeca Expo fantastische vis en geweldig vlees geproefd, maar er was – buiten een stand – geen enkele nadruk op groenten te vinden. Eetbare bloemetjes en dat was het zowat, wat ik toch wel heel bizar vind. Op Gastvrij Rotterdam heb je echter wél een heel grote sectie die aan vegetarisch en veganistisch eten is gewijd. Op de Horeca Expo hier in Gent is dat niet zo, al is het algemene gastronomisch niveau misschien wat hoger.

 

Ja, je kunt er veel topproducten proeven. De bewustwording mag beter. We kunnen ook met andere producten gaan werken en die waren tijdens de vier dagen wat afwezig. Het is belangrijk dat je daar ook een eigenheid in vindt die je naar buiten brengt.

 

Die oesterzwammen bijvoorbeeld, die zijn ook functioneel, zowel wat textuur betreft als hun oesterachtige smaak. We hebben dat ingrediënt leren kennen op Gastvrij Rotterdam. Daar waren ze zelfs toegevoegd aan de koffie. Een fantastisch product, en nu treffen we het ook aan in een van jouw gerechten. Wat is jouw eigen ambitie?

 

Ik denk dat we op de ladder naar boven aan het klimmen zijn. Zoals ik daarnet al zei: het is  een wonder dat we blijven groeien. Ik ben niet van plan om de wereld rond te reizen en alle happenings mee te maken. Mijn plaats is hier in dit restaurantje omdat ik ook een beetje plezieren, hè.

 

Dus je bent niet het soort chef die binnenkort gaat fantaseren over een restaurantketen of over een gastronomisch imperium zoals Gordon Ramsey, met restaurants waar je zelf niet aanwezig kunt zijn?


Nee. Die chefs moeten dat zelf aanvoelen. Ik denk niet dat hun volgers hen ervoor zouden loslaten, maar ik haal veel te veel voldoening met wat we hier doen. We heb niet het gevoel dat we hier al op het einde van ons Latijn zitten.


Wat zou dat dan wel zijn? Is er ooit een einde?

 

Ik denk het niet, nee. Dit is een creatief beroep. Je moet jezelf blijven heruitvinden. Dat is ook de voldoening die uit deze job voortvloeit.

 

Hoe vaak verander je het menu?

 

Ongeveer elke twee maanden.

 

Dat is meer dan voldoende, denk ik. Er zijn ook restaurants die hun menu maar een keer per seizoen aanpassen.

 

Weet je, ook los van die twee Michelinsterren moet het altijd top zijn, en vaste klanten moeten ook het gevoel hebben dat ze hier niet altijd hetzelfde kriigen als ze nog eens terugkomen. Als je nog eens hetzelfde wilt eten, is dat natuurlijk goed voor mij, maar als je na een aantal maanden terugkomt en weer exact hetzelfde menu krijgt voorgeschoteld, is dat toch wel jammer. Alles moet ook goed zijn, van het eerste tot het laatste gerecht. De menu’s worden opgebouwd in hun geheel en dan moeten de verschillende gangen in elkaar overlopen als een liedje.

 

Er zijn gasten die hier al 30 keer zijn geweest en toch blijven terugkomen. Het is super als je hen dan toch nog kunt verrassen. Natuurlijk herken je wel een signatuur in de smaken, maar ik hou ervan om de combinaties te veranderen en weer iets anders te doen. Alleen ga ik dat doen omdat ik dat wil, niet omdat ik wil tonen wat ik kan. Als we iets nieuws doen, is dat voor mij ook altijd wel onderlegd. Er is over nagedacht. A paart bijvoorbeeld goed met C, of je combineert iets aards met iets uit de zee, maar met ander weer is er misschien ook een ander ingrediënt lekkerder.

 

Waarom kom ik naar dit restaurant en geen enkel ander restaurant, als ik er maar één mag uitkiezen?

 

Vrijmoed staat voor zoveel meer dan alleen het eten, hé. Ik denk dat je dan komt voor de totaalbeleving. Je kunt hier een jonge dynamiek ervaren en verrast worden. Veel mensen koken hier jaarlijks als koppel of met hun kinderen iets vieren, zoals een verjaardag. Dat is tof.

 

Je zegt eigenlijk iets wat ik heel belangrijk vind: dat je wilt verrassen. In Spanje was de cultuur vroeger niet zo, daar kookte men minder thuis en verwachtte men vaak een simpele grootmoeders keuken in een doorsnee restaurant. Inmiddels is hebben ze daar een enorme inhaalbeweging gemaakt en is het gastronomisch niveau sterk geëvolueerd, vooral in het Baskische gebied en in steden als Madrid en Barcelona. Hier willen veel mensen verrast worden als ze gastronomisch gaan eten. Ik wil het gevoel hebben dat ik iets te eten krijg dat ik thuis niet kan of wil maken.

 

Zeker als een restaurant een bepaald niveau wilt uitdragen, zal dat vaak zo zijn. Daarom dat mensen naar topzaken willen gaan: om nieuwe dingen te proeven. Los daarvan, kan ik een tiental internationale driesterrenzaken opnoemen die ik heb bezocht waar ik misschien niet direct naar zou teruggaan. Die draaien vaak grotendeels op toeristen – dat moet soms ook, hè – en dan komen ze ermee weg als ze het menu maar een keer per jaar veranderen. Als je daar dan opnieuw naar toegaat, krijg je exact hetzelfde voorgeschoteld. Onze Belgische keuken is ook wat ondergewaardeerd. We zeggen het te weinig, hè?

 

Ja, de standaardkeuken is hier beter dan in de meeste andere Europese landen, maar ik vind dat we op gastronomisch niveau een sprong moeten maken. We hebben te lang geteerd op het verleden en als ik dan een minister tijdens een evenement van de Gault&Millau in het bijzijn van buitenlandse topchefs hoor zeggen dat de ‘Vlaamsche’ keuken de beste is van de wereld…

 

Er is geen echte Vlaamse keuken, natuurlijk. De Belgische keuken is per definitie een Franse keuken, al hebben we natuurlijk ook streekspecialiteiten.

 

We mogen niet te veel teren op het verleden en nadenken over hoe we innovatief kunnen zijn. Hoe kunnen we iets nieuws brengen, hoe kunnen we ‘mee’ zijn. Dat doe jij wel, natuurlijk, en dat geeft hoop. Er zijn ook veel jonge chefs aan het opstaan. Het ziet er dus wel goed uit, denk ik. We geloven in waar we mee bezig zijn. We willen blijven evolueren. Hoe meer je iets doet iets doet, hoe beter je er in wordt.

 

Er zijn ook mensen die vastgeroest raken.


Je moet het met een bepaalde ambitie doen en de wereld blijven ontdekken; jezelf in vraag stellen en verder ontwikkelen. Dat wil ik ook doen.

 

Bedankt voor het interview, Michael!

 

Meer info: www.vrijmoed.be

 

Dirk Vandereyken & Paula van Unen

 

 

 

 

 

 

Featured Posts
Recent Posts
Archive
Search By Tags
Follow Us
  • Facebook Basic Square
  • Twitter Basic Square
  • Google+ Basic Square
bottom of page